Stapsgewijs een betere kennis
In de spectatoriale geschriften, de tijdschriften uit de Verlichting, bespotte de schrijver de samenleving waarin hij leefde. Verder werden er vaak discussies uitgelokt over gevoelige, nationale zaken. In de tijdschriften werden ingezonden brieven gepubliceerd, omdat de schrijver zo beter op de hoogte zou komen van de situaties in verschillende delen van het land. Ook had het tijdschrift een opiniepagina, waar de lezer verschillende meningen over een onderwerp kon lezen. Deze pagina moest ervoor zorgen dat de lezer ook over dit onderwerp na ging denken. Het spectatoriale geschrift had als doel om mensen, vooral arbeiders, voor te lichten, waardoor moeilijk taalgebruik werd vermeden.
De Hollandsche Spectator was het eerste Nederlandse spectatoriale tijdschrift. Deze werd opgericht in 1731 in Amsterdam door Justus van Effen. 'Spectator' is een verwijzing naar het eerste Spectatoriale geschrift uit Engeland, 'The Spectator". Het betekent toeschouwer, aangezien de auteurs de samenleving observeerden. Door de problematiek van de burgerij te beschrijven, wilde Van Effen zijn lezers kritisch laten nadenken. Een voorbeeld hiervan is het onzorgvuldig begraven van mensen in de kerk. De kerken raakten overvol en door het herhaald optillen van stenen verzakte de vloer. Daarnaast sloten alle grafstenen niet aan. "Ziet men niet daaglyks met welk een vuile stank dat verrotte stof (want wat is een dood mensch anders) onze kerken vervullen, die den levendigen niet alleen gebrek van aandagt; maar ook zomtyds ziektens en ongemakken veroorzaakt?" (nummer 162 uit 1733). Uit deze ingezonden brief is het duidelijk dat burgers meer besef van o.a. hygiëne kregen. Voorheen was deze kennis er niet. Men wilde het liefst in heilige grond begraven worden om dichter bij God te zijn.
Tijdens de Verlichting waren er twee stromingen: het rationalisme en het realisme. Ratio betekend verstand en past perfect bij de Verlichting. Uiteraard is daarom het spectatoriale tijdschrift een typisch aspect dat bij de Verlichting hoort. Men geloofde namelijk dat je met het verstand, ervaringen en waarnemingen veel kennis kon opdoen. Je verstand kan de werkelijkheid analyseren, met waarnemingen die je gedachtes ondersteunen. Door ervaringen en waarnemingen van burgers uit het hele land openbaar te maken, hoopte Van Effen dat geheel Nederland kennis zou opdoen. Hij wilde Nederland 'opvoeden'. "Dat dit buitensporig misbruik ten hoogste bekwaam zy, inzonderheid in de heetste zomerdagen, uitwaasemingen uit den grond te doen stijgen zo gevaarlijk als verveelende, moet aan de geringste oplettentheid als baarblykelyk voorkomen." Deze inzending, ook uit nummer 162 uit 1733, beschrijft de mening en de waarneming van een lezer weer. Hij zegt dat het onacceptabel is om mensen in de kerk te begraven, met enige argumenten. Door deze brief in het tijdschrift te publiceren kan de rest van Nederland ook kritisch over dit onderwerp nadenken.
Ook bestaat er godsdienstig rationalisme, deïsme genoemd. Verlichte denkers geloofden wel dat er een Opperwezen bestaat, maar dat het zinloos is hem te eren met een godsdienst. Om deze reden werden alle godsdiensten gelijkwaardig gezien. Men geloofde ook dat een persoon verantwoordelijk was voor zijn eigen geluk. ''IK hebbe in uwe Schriften zooveel rekkelykheit bespeurt omtrent de verscheidene gevoelens in den Godsdienst, dat ik niet twyfele of UE zal kunnen goed vinden myne bedenking in uw papier in te lasschen over zekere Schriftuurplaets, die ik oordele dat te veel misbruikt wordt.'' (nummer 162 uit 1733). Zoals te lezen is, twijfelt deze burger over het bestaan van een godsdienst.
De Hollandsche Spectator had in geen andere periode zo goed gepast als in de Verlichting. Men begon door hun gezonde verstand te gebruiken steeds meer kennis op t doen. Zo werden ze optimistischer, kritischer en mondiger. Met goede kennis zal men goede handelingen maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten