zaterdag 20 december 2014

Dubbelspel, Frank Martinus Arion

Een schoen en de dood voor de verliezer

Een dominospel waar geheimen onthuld worden en (zelf)moord tot gevolg hebben. Bij enkel het lezen van de achterflap ontwaakt er een grote interesse om het boek direct aan te schaffen. Dit meesterwerk van Frank Martinus Arion is een meeslepen verhaal.

Vier mannen, die eigenlijk helemaal geen vrienden van elkaar zijn, komen elke zondag bijeen voor een potje domino. Dit doen ze op het erf van Baboe, die getrouwd is met Nora waarmee hij in totaal zestien kinderen heeft gehad. Verder bestaat het kwartet uit Manchi, die getrouwd is met Solema, Janchi en Chamon. De echtgenotes hebben een verhouding met de twee vrijgezellen, Janchi en Chamon, zonder dat hun man er vanaf weet. Op een doodnormale zondagmiddag lijkt er niks aan de hand te zijn, totdat Boeboe en Manchi zwaar verliezen. Ironisch gezien is het verliezende duo gevormd uit de twee bedrogen mannen.

Voor alle geïnteresseerden is dit boek het echt waard om je tijd mee te verdoezelen. Arion begint gemakkelijk en hoe het (eigenlijk) hoort: bij het begin. Voor kennismaking met de personages geeft Arion je vooraf een gedetailleerde beschrijving, zonder dat de lezer zijn interesse verliest door langdradigheid. Elk personage heeft andere karaktereigenschappen waardoor het eenvoudig is om met een van deze personen mee te leven. Dat wekt emotionele spanning op, je wilt immers weten hoe het met hem afloopt. Als er verder gelezen wordt, is het mogelijk dat je voorkeur naar personage verandert. Velen zullen Manchi in het begin minachten, omdat hij zijn vrouw slecht behandeld. Later, tijdens het dominospel, zijn zijn gevoelens uiterst herkenbaar: “Maar, verdomme, als hij naging hoe vaak ze deze middag verloren, terwijl hij soms toch juwélen van stenen had, dan kon hij toch ook niet zeggen, dat het aan de sténen lag! Waar lag het dan wel aan?” (bladzijde 296).

De morele normen en waarden worden streng aangesproken in het boek, wat leidt tot emotionele hechting met niet alleen de mannen, maar ook de echtgenotes. Nadat Manchi ontdekt heeft dat zijn vrouw overspel heeft gepleegd met een jonge rechter, laat hij haar dagelijks vijf gulden betalen, het bedrag van een inlandse hoer. Ondanks het feit dat Solema in Europa heeft gestudeerd komt ze niet voor zichzelf op, wat je als lezer wel aanmoedigt. Dan is er ook nog Nora, die zichzelf verkoopt om haar vele kinderen te kunnen onderhouden. Boeboe is namelijk erg lui en zijn verdiensten als taxichauffeur geeft hij al snel aan zichzelf uit. “Nora werd schoonmaakster op het vliegveld en hun gezin, dat toen uit negen kinderen bestond, draaide. Hij, Boeboe Fiel, kreeg in het ziekenhuis alles wat hij nodig had, maar na een tijd kwam hij te horen, dat Nora het met een douanebeambte van het vliegveld hield. Het geld dat ze had, kwam dus niet alleen van haar werk als schoonmaakster.” (bladzijde 283). Overspel en getrouwd zijn met een prostituee zijn hedendaags pijnlijke onderwerpen, maar in deze context laat Arion goed zien dat Nora het uit uiterste noodzaak doet. 

Voor de onwetende lezer is het wellicht ook interessant om te weten, dat het boek als zeer realistisch beschouwd kan worden. Domino is in Nederland een onpopulair kinderspelletje, maar in Curacao, waar het verhaal zich afspeelt, wordt het uiterst fanatiek gespeeld. Wat de lezer vast ook onwaarschijnlijk vindt, is dat zelfs een geheel voetbalspel wordt gestaakt zodat men naar het dominospel komt kijken. Aangezien Curacao maar een klein land is worden ‘once in a lifetime’ gebeurtenissen snel aangelokt. Het gehele boek had zonder toeval geen fictie hoeven zijn. Als je eraan denkt is alles wat beschreven wordt reëel, ook het feit dat Manchi op een heuvel woont. In het boek wordt duidelijk beschreven dan Manchi streeft naar status en aanzien. Dat is de reden waarom hij zijn vrouw niet kwijt wilt raken, zij heeft immers gestudeerd. In Curacao is het leven op een heuvel symbolisch; het geeft status en aanzien, precies waar Manchi naar streeft. Wat ook symbolisch is, is dat Arion ervoor heeft gezorgd dat het lezen van ‘Dubbelspel’ in totaal twaalf uur duurt. Het verhaal speelt zich in het geheel af op een dag, van zonsopgang tot -ondergang. Een dag op Curacao is in totaal ook twaalf uur. De lezer heeft dus mentaal een hele zondag in Curacao doorbracht. 

Zo zie je maar dat boek veel meer waarde heeft dan je aanvankelijk dacht. Er wordt niet alleen op emoties, symbolisme en morele normen en waarden ingegaan, maar ook in de politiek. Het was de intentie van Arion om ook zijn politieke standpunt in het boek te verwerken, aangezien daar veel discussies over waren toen hij het boek schreef. Omdat Curacao een kolonie was van Nederland, verwacht je dat dit een rol zou spelen. Arion: “'Nederland, de kolonisator, is irrelevant in het boek. Ik had niets met Nederland te maken en nu nog niet!”. Arions standpunt is in het boek erg duidelijk geworden. In slechts één alinea komt er iets kenmerkends van Nederland voor. Als Nora naar Solema gaat om geld, kijkt een Nederlander haar na. Ze blijkt echter geen interesse te tonen. 

Hiermee heeft Arion nog een intentie behaald. Hij wilde ‘de lagere klasse literair introduceren, interesse opbrengen voor de minder gefortuneerden’. Door alle focus te leggen op de vier heren en hun omgeving is er geen enkel welvarend personage te herkennen. Uiteraard is de ene personage minder welvarend dan de ander, maar hiermee wordt de wanhoop van Nora realistischer. 

Al met al is ‘Dubbelspel’ een machtig verhaal waar Arion trots op mag zijn, en dat is hij ook! Al van begin af aan wist hij dat het een goed boek was. Wellicht heeft hij dit te danken aan zijn strategie: “'Je moet de taal waarin de burger zich lekker voelt afbreken. Je moet hem zich niet vertrouwd laten voelen, omdat hij jouw boodschap niet wil laten overkomen.”

Samenvatting 

Over Frank Martinus Arion


Bronnen van recensies en citaten
Auteur onbekend / Heimwee naar broeierig Curacao / Dagblad van het Noorden in:

J. van Galen / Politieke Dubbelspel / De Groene Amsterdammer  in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#2_S_dubbelspel / 20-10-2006

W. Roggeman / Van der Hoogtprijs voor Frank Martinus Arion / De Nieuwe Gazet in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#2_S_dubbelspel / 17-06-1974

H. Leys / Curacao vertelt / De Standaard in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#2_S_dubbelspel / 12-04-1974

M. Ferguson / Martinus Arion laat posities van bovenaf bezien / Het Vaderland in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#2_S_dubbelspel / 05-10-1973

H. Pos / Dubbelspel : vol vitaliteit : leven op Curaqao goed beschreven in de eerste roman van Frank Martinus Arion / Het Parool in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#2_S_dubbelspel / 11-08-1973

dinsdag 11 november 2014

Van den vos Reynaerde, Willem die Madocke maecte


Sluwe vos al eeuwen een hit

Hedendaags zijn moord, misdaad en overspel populaire literaire thema’s. Wat echter voor vele onbekend is, is dat men al zo vroeg als 1250 hiervan genoot, zoals blijkt uit ‘Van den vos Reynaerde’. De werkelijke identiteit van de schrijver is onbekend, maar we weten zijn voornaam en dat hij ook Madocke schreef. Vandaar noemen we hem: ‘Willem die Madocke maecte’.

Reynaerde is een grote schurk die talloze misdaden gepleegd heeft. Als de bevolking samenkomt op de hofdag van de koning is het daardoor niet opmerkelijk dat hij niet is op komen dagen. Tijdens deze hofdag klagen velen bij de koning en smeken hem Reynaerde te stoppen. Koning Nobel stuurt Bruun op pad om hem te dagvaarden. Met een slimme list weet Reynaerde van hem af te komen, waarna Tibeert op komt dagen. Na hem ook te hebben bedrogen, komt de derde (en de laatste) dagvaarding van zijn neef Grimbeert. Wetende dat na de derde dagvaarding hij vogelvrij wordt verklaard, gaat Reynaerde mee naar het hof. Hier overtuigd hij de koning ervan dat onder andere Bruun een staatsgreep plande. Deze zou gefinancierd worden door een schat, die Reynaerde heeft verstopt. De koning trapt in de val en laat Reynaerde onder toezicht vertrekken, op zoek naar de schat.

Op het eerste gezicht lijkt het een spannend verhaal, maar het is niet als je denkt. De titel hint al dat de hoofdpersonen dieren zijn. Willem is niet de eerste die zijn hoofdpersonen zo indeelde, maar wel de bekendste. Door de introductie van de boekdrukkunst en de televisie is het nauwelijks meer te verbeelden, maar dit verhaal moest door analfabetisme worden voorgedragen en werd mond op mond doorverteld. Pas jaren later is dit verhaal opgeschreven. Destijds was het daarom voor de auteur belangrijk, dat het verhaal erg gemakkelijk te onthouden moest zijn. Dit deed Willem door zijn verhaal te laten rijmen. Ook helpt het dat de hoofdpersonen dieren zijn. De vos staat symbolisch voor schuw en slecht, dus moet hij uiteraard de hoofdpersoon zijn.

Voor Willem was dit verhaal niet geheel een manier om zijn fantasie te uiten. Het was zijn intentie om de maatschappij te bespotten. Immers was er in zijn tijd, de Middeleeuwen, een groot verschil in sociaal aanzien. Men leefde of in een kasteel, of in een klein onderdak in een ondraaglijke stank. De maatschappij bespotten ging toen niet onbestraft. Willem kon uiteraard geen pseudoniem gebruiken, want hij moest de verhalen vertellen waardoor hij herkend zou worden. Het is daarom geniaal om dieren als hoofdpersonen te gebruiken. Iedereen weet waarop hij doelt, maar als hij erop wordt aangesproken kan hij zeggen dat het slechts fictie is. Daarnaast zal hij in geen enkel geval aangesproken worden, omdat in dat geval de adel zelf zijn zonden toegeeft. Bijvoorbeeld: als de koning vindt dat Koning Nobel met hem vergeleken wordt, geeft hij zelf toe dat hij deze personage is en erg egoïstisch. 

Niet alleen de maatschappij van toentertijd word bespot, maar ook de hedendaagse morele waarden. De streken van Reynaerde zijn onacceptabel en van het ergste soort. “En dan heeft die sadist mijn arme kinderen bepist, terwijl ze in hun nestje lagen. Twee blijven de gevolgen dragen: zij zijn sindsdien volkomen blind!” (bladzijde 11) De kinderen van de wolf zijn blind geworden, wat niet onwaarschijnlijk is omdat de urine van een vos erg zuur is. Ook heeft hij vele moordpogingen gedaan, met succes bij de kip Coppe. Moord en verkrachtingen zijn op deze dag ernstige criminele misdrijven waardoor de crimineel jarenlang het gevang in moet. Verder is een veel voorkomende misdaad van Reynaerde oplichting. “Vijands praat is valse praat!” (bladzijde 15)

De meeste mensen denken dat de Middeleeuwse dorpsbevolking absoluut niet intelligent is, maar Willem laat zien dat hij toch voldoende kennis kan uiten. Als een lezer met kennis van taalkunde het verhaal leest, zal hem de volgende woordspelingen opvallen. Veel dieren hebben namelijk een naam gekregen die hun karakter beschrijft. Cuwaert de haas bijvoorbeeld, wiens naam lafaard betekend. Daarnaast heet de verkrachtte vrouw van de wolf Hersint, wat ‘ze heeft er wel zin in’ betekend. Ook de valse beloften van Reynaerde kunnen op twee manieren worden opgevat. “Ik heb iets met haar bedreven dat ik liever vóór mij had dan achter mij.” (bladzijde 62) zegt Reynaerde over de verkrachting. Je zou allereerst denken dat hij zijn fout inziet, echter kan het ook betekenen dat hij het graag opnieuw zou willen doen.

Als deze zin- en woordspelingen zijn moeilijk te vinden, omdat ‘Van den vos Reynaerde’ een gedicht is. Uiteraard bevat het ouder taalgebruik en is het daardoor voor de meeste mensen totaal onleesbaar. Daardoor wordt vaak de vertaling gelezen, wat desondanks nog steeds rijmt. Zelfs eeuwen later biedt het rijmschema een leesplezier en blijft het makkelijk te volgen.

“Op een koude winterdag 
vond ik Isengrin. Hij lag 
bij Belsele onder een boom 
en was, beweerde hij, mijn oom.” (bladzijde 77)

Ondanks het feit dat ‘Van den vos Reynaerde al ruim 700 jaar bestaat is het nog altijd populair. Niet alleen voor letterkundigen, maar ook voor scholen. Op het middelbaar onderwijs wordt het op sommige scholen zelfs voor twee vakken gelezen, Frans en Nederlands. Daarnaast wordt het verhaal in grote lijnen zelfs in kleuter- en basisscholen behandeld. Dit wordt gestimuleerd door de ‘Belgische Reynaerde genootschap’, die voor de kinderen allemaal bijbehorende spellen hebben bedacht. De jongste literatuurvorm kan dur eeuwen later nog steeds vele mensen fascineren.


Over de auteur

Samenvatting



Bronnen van recensies en citaten
R. van den Berg / Die eeuwige streken van Reintje de vos / Nederlands Dagblad in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#1_S_van%20den%20vos%20reynaerde / 05-11-2010

V. de Donder / Leest de subtiele waarheid over Den fellen metten grijsen baerde / De Standaard in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#1_S_van%20den%20vos%20reynaerde / 21-09-1991

J. van Damma / De oude Reynaerde is weer onder ons / Provinciale Zeeuwse Courant in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#1_S_van%20den%20vos%20reynaerde / 20-09-1991

A. van Nimwegen / Rainaerde van Jonckheere komt niet verder dan dorpsniveau / Utrechts Nieuwsblad in: http://thuis.nbdbiblion.nl/IndexJs?#1_S_van%20den%20vos%20reynaerde / 13-01-1979

Roel Zemel / Roel Zemel: de dichter en de vos / in: http://literatuurensamenleving.nl/?page_id=4324 / maart 2013

W. Verniers / Van den vos Reynaerde naar het Comburgse handschrift / in: http://www.reynaertgenootschap.be/files/boekje%20Van%20den%20Vos%20Reynaerde.pdf
/ 2012


maandag 2 juni 2014

Karakter, Ferdinand Bordewijk

Inhoudelijk verslag
Jacob Willem Katadreuffe werd geboren toen zijn achttienjarige moeder, Jacoba Katadreuffe, een verhouding kreeg met A.B. Dreverhaven. Ondanks het feit dat Dreverhaver zijn moeder een huwelijk een financiële steun aanbood,  wilde zij niet erkennen dat hij de vader van haar zoon is. Een onecht kind werd in deze tijd als schandelijk gezien, maar iedereen vond Jacoba een fatsoenlijke vrouw, niet wetende dat zij zelf besloot niet te trouwen. Jacob groeide op in een arme wijk. Hij bleef nog lang bij zijn moeder wonen, aangezien hij geen goede baan had om voor zichzelf te zorgen. Uiteindelijk kocht Jacob een sigarenwinkel, waarvoor hij geld bij de bank leende. Hij wist niet dat zijn vader daar deurwaarder is. Hij gaat snel failliet en houdt een grote schuld over, waardoor hij weer bij zijn moeder moet wonen. Hij moet naar een advocaten- en rechtskantoor voor het faillissement. Omdat Jacob geen waardevolle bezittingen heeft, worden de kosten opgeheven. Na dit bezoek krijgt hij een levensdoel: advocaat worden. Echter komt hij erachter dat zijn vader in hetzelfde kantoor werkt. Dreverhaven vraagt telkens zijn faillissement aan. Hij maakt namelijk geen uitzondering voor zijn zoon. Hij beschouwt hem gelijk als de rest, omdat hij nooit de kans heeft gekregen om zijn vader te zijn.

Over F. Bordewijk (1884-1965)
Bordewijk is geboren in Amsterdam, onder de naam Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emiel Bordewijk. Dit is een hele mond vol, dus het is niet apart dat hij later zijn reeks voornamen wettelijk heeft veranderd naar: Ferdinand. Hij verhuisde op tienjarige leeftijd naar Den Haag. Na vele verhuizingen keerden hij en zijn gezin toch steeds terug naar Den Haag. Er is een gerucht dat Ferdinands vader na hun zoveelste verhuizing zei: "Volgens mij heb ik hier al eens gewoond."

Toen Bordewijk het voortgezet onderwijs had afgerond, ging hij rechten studeren in Leiden. Met deze studie kan Bordewijk prachtig meeleven met de hoofdpersoon uit 'Karakter'. Hij weet zelf hoe het er in de advocatenwereld aan toe gaat, en dat kan hij prachtig verwoorden.

Zijn woonplaatsen hebben duidelijk invloed gehad op zijn schrijfcarrière. Zo heeft het advocatenkantoor waar hij werkte in Rotterdam hem geïnspireerd voor het boek 'Karakter'. Later, van 1919 tot 1920, was hij ook in Rotterdam docent in handelsrecht. Deze handelsschool vormde de omgeving in zijn roman 'Bint'. De terugkerende persoonlijke motieven zijn opmerkelijk, aangezien Bordewijk zijn werk en privéleven sterk scheidde.

Bordewijk schreef verschillende werken onder de pseudoniemen 'Emile Mandeau' of 'Ton Ven'.

Interbellum
Bordewijk leefde in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Deze periode begon bij de Vrede van Versailles in 1919 tot ongeveer 1933 toen Hitler aan de macht kwam. Het is duidelijk dat er in deze tijd veel politieke en economische onrust heerste. In de literatuur kwam er een nieuwe stroming; de 'Nieuwe Zakelijkheid'. Bordewijk schreef ook volgens deze stroming, wat is terug te zien in 'Karakter'. Bij deze stroming hoort een schrijfstijl met korte, beknopte zinnen. Details werden weggelaten.

Brief van Bordewijk naar Katadreuffe

Geachte J. Katadreuffe,

Nooit had ik gedacht dat ik zo over je zou schamen. De meeste mensen zijn trots op je, maar ik weet wat er in je hoofd speelt. Zelfs toen je vader de woorden uitsprak: "Laat de laatste Dreverhaven een Katadreuffe zijn." Iedereen is er positief over dat je je dromen hebt gevolgd. Ik weet het, maar je moet zelf ook weten, diep van binnen, dat je iedereen als een egoïstische schoft hebt gebruikt.

Het begon met je moeder, je lieve moeder. De vrouw die je leven gaf en niks van niemand aannam. Geen huwelijk, geen financiële steun en zelfs geen kraamhulp. De gesprekken tussen jullie lopen moeizaam, maar je verwijt jezelf niks. Aandacht schenken is aandacht krijgen. Jaren heb je als luie puber van haar centen geleefd, zelfs toen ze het zo zwaar had. Je moeder maakt haar uren, terwijl jij boeken zit te lezen. Als je dan eindelijk je eigen zaak begint, begin je haar te missen. Iedereen heeft medelijden met je, maar je bent gewoon niet gewend om je eigen problemen op te lossen. Zelfs toen jij dat arme jongetje sloeg heeft zij alles opgegeven om voor jou te verhuizen. Er zijn nog vele andere voorbeelden die ik kan opnoemen, waar jij onterecht de medelijden krijgt en je moeder de afkeuring.

Kan je je Lorna te George nog herinneren? Die lieve, domme meid, die zo veel sympathie voor je had? Haar had je ook gebruikt. Je kon het niet schelen dat ze weg was, maar daarna mis je haar weer. Zo behandelde je je moeder ook. Met pijn in haar hart nam ze ontslag van een mooie baan. Dat is jouw schuld.

Je weet zelf ook dat je een schande bent. Je hebt wat moois van je leven gemaakt, maar je lelijke persoonlijkheid zal je altijd blijven achtervolgen. Ik ga mijn tijd niet verspillen om het over al die anderen te hebben. Denk zelf maar aan al die mensen die je kwaad hebt gedaan, en hoop dat je 's avonds nog slapen kan. Gedenk ook je ouders, die altijd het beste voor je wilden. Het is schandelijk dat je hier pas achter kwam toen je het spaarbankboekje vond.

Getekend,
Ferdinand Bordewijk



Brief van Katadreuffe naar ...

Geachte heer/mevrouw,

Als u deze brief vindt, lucht het mijn hart op, ook al kan het zijn dat ik al in mijn graf lig. Met hoop voor de toekomst heb ik dit kistje met deze brief begraven. Niemand wilt mijn mening horen. Het is zelfs zo, dat als ik erover uit kom, dat mensen mij als schoft beschouwen.

Mijn naam is Jacob Willem Katadreuffe. Mijn achternaam komt van mijn ongehuwde moeder. Ik ben dus een bastaardkind. Mensen denken dat mijn moeder wel gehuwd is en mijn vader ons heeft verlaten. Dit is echter niet waar. Toen mijn moeder zwanger was koos ze er zelf voor niet met mijn vader te trouwen. Volgens velen heb ik de moed van mijn moeder, maar diep in mij voel ik grote angst en onzekerheid. Als mensen erachter komen dat ik een onecht kind ben, zal niemand mij meer aannemen. Ik ben arm geboren en zal dan nog armer sterven. Dit vind ik hoogstens belachelijk. Mijn moeder is een geliefde en inspirerende vrouw. In mijn ogen staat zij boven de Goden, omdat ze haar eigen keuzes kon maken en zichzelf tegen de regels kon verzetten. Ze heeft mij fatsoenlijk opgevoed. Ik ben gezond, slim en heb veel doorzettingsvermogen. Er is dus helemaal niks mis met mij. Ik hoop dat in de toekomst mensen realiseren dat ik net als iedereen een mens ben, niet een bastaard.

Verder is mijn wens voor de toekomst, dat iedereen een opleiding kan verkrijgen. Er mag geen onderscheid gemaakt worden in arm en rijk. Zoals ik al eerder heb genoemd, ben ik opgegroeid zonder veel geld te hebben. Ik had niet de mogelijkheden om te studeren, zonder enorme schulden eraan over te houden. De enige baan die ik kon krijgen, was als loopjongen. Hier had ik absoluut geen behoefte aan. Later, toen ik mijn eigen sigarenzaak begon, had ik te weinig kennis waardoor ik failliet ging. Maar geluk bij een ongeluk, dat faillissement was het beste dat me ooit is overkomen. Nadat ik naar het advocatenkantoor ben gegaan, ben ik hogerop gekomen. Ik begon klein, met typen en stenografie. Ik leerde snel, wat niet onopgemerkt was. Nu kan ik met trots zeggen dat ik advocaat ben. Dit bewijst weer, zonder vader en zonder goede opleiding, dat ik niet minder ben dan de rest. Iedereen is gelijk en moet daarom dezelfde kansen verkrijgen. Er zijn nog vele andere kinderen die kunnen bloeien tot iemand die een serieuze bijdrage kan leveren aan de maatschappij.

In een perfecte samenleving zie ik dat iedereen gelijk is, ongeacht zijn afkomst.

Met vriendelijke groet,
Jacob Katadreuffe


Bronnen
Auteur onbekend /  Ferdinand Bordewijk (Amsterdam 1884 - Den Haag 1965) / 2 juni 2014
Auteur onbekend / F. Bordewijk / 2 juni 2014
Auteur onbekend / Interbellum definitie en betekenis / 2 juni 2014

maandag 17 maart 2014

Familieziek, Adriaan van Dis


In het kort
Ergens in een dorpje aan de Noordzee groeit een jongen te midden van zijn ouders en drie halfzussen op. In het gezin speelt Indië een grote rol. Zo heeft de moeder lange tijd in Nederlands-Indië gewoond en zijn de meisjes half-Indisch. Samen vormen de vrouwen een hechte eenheid met een uitgesproken mening. De vader – meneer Java – heeft een lange tijd in Indië gevochten. Hij is door de oorlog getekend en richt zich, nu hij arbeidsongeschikt is, volledig op zijn zoon. Zonder het te weten trekt meneer Java hem mee in zijn waanwereld. Naast het lesgeven aan zijn zoon heeft Meneer Java ook hart voor zijn paarden en de ontwikkelingen in de oorlogen. Via de radio, kranten en later ook de tv wordt de koude oorlog op de voet gevolgd. Hij is er zacht gezegd geobsedeerd door. De woedeaanvallen, die meneer Java al een lange tijd heeft, worden echter steeds heftiger. Zelf zegt hij ook ‘langzame ogen’ te hebben. Wanneer hij uiteindelijk naar een gesticht wordt gestuurd, gaat de jongen thuis steeds slechter gedrag vertonen. Dit resulteert in een bezoekje aan wat familie op het platteland. Wanneer de jongen terug komt is meneer Java ook weer thuis. Terwijl zijn vader lijkt op te knappen, constateert de jongen dat ook hij ‘langzame ogen’ heeft.

Zie voor een gedetailleerdere samenvatting deze link.

"Het verleden met een echo in het heden"
In het boek ‘Familieziek’ speelt het land Indonesië een grote rol. Dit komt niet zomaar uit de lucht vallen; Adriaan van Dis, de schrijver van het boek, ziet dit land als een belangrijk deel van zijn leven. Zijn moeder, een boerenmeisje genaamd Maria van Dis, ging naar Nederlands-Indië voor avontuur. Op haar 18e trouwde ze daar met een half-Indische KNIL officier. Ze kregen samen drie dochters. Echter, tijdens de Japanse bezetting werd haar echtgenoot onthoofd. Maria belande samen met haar dochters in een interneringskamp. Na een tijd kwamen ze vrij en verhuisden ze samen met Maria’s tweede man Justin Mulder terug naar Nederland.

Deze nieuwe familie woonden in Bergen aan Zee. Hier deelde ze een huis met vier andere repatriantenfamilies. Adriaan was de enige blanke jongen die na de oorlog was geboren en daarmee een buitenbeentje. Hij was jaloers op de kinderen die wel een kleur of oorlogservaringen hadden. Zijn vader Justin Mulder overleed in 1956. Samen met deze dood stopte Adriaan ook heel Indië weg.

Adriaan van Dis wist  voor een lange tijd niet precies wat hij wou studeren. Uiteindelijk koos hij voor Nederlands omdat hij slecht in wiskunde was en hij van lezen hield. Hier kwam hij in aanraking met het Afrikaans, een taal die heel erg op het Petjôh dat ze vroeger thuis spraken, leek. Door de Zuid-Afrikaanse literatuur begon hij zijn weggedrukte Indische achtergrond weer toe te laten. De gebeurtenissen uit zijn jeugd waren en zijn nog steeds zijn grootste inspiratiebron.

De directe aanleiding voor het schrijven van 'Familieziek' was een lezing die hij voor Stichting Onderzoek, Terugkeer en Opvang hield. De bijwoners van deze lezing hadden allemaal nog erg levendige verhalen over het terugkeren naar hun eigen land. Dit zette Adriaan aan het denken, hij realiseerde zich dat een heleboel mensen iets vergelijkbaars hadden meegemaakt of aan het meemaken zijn. Hij wou graag wat over het verleden gaan schrijven met een echo in de toekomst.

‘Familieziek’ is deels gebaseerd op Adriaans eigen leven. Het valt bijvoorbeeld op dat de familieconstructie in het boek hetzelfde is als zijn eigen.  Ook de scene waar de jongen in de derde klas van de trein moest zitten, terwijl zijn vader in de tweede klas zat, is zo uit Adriaans leven gegrepen. Zelf zegt hij erover: “Het jongetje neemt het krankzinnige gedrag van zijn vader over. Het is een jongetje van 55 dat zichzelf er steeds vaker op betrapt dat veel hebbelijkheden van zijn vader in zijn eigen handelingen zitten. Voor een deel is het mijn eigen krankzinnigheid, die ik beschrijf.''


Oordeel
Met drie andere meiden heb ik het boek 'Familieziek' gelezen. We zijn het er unaniem over eens dat het een goed en leuk boek is. Door de fijne schrijfstijl is het namelijk gemakkelijk te lezen. Onze meningen kwamen echter niet volledig overeen. We hebben dan ook nog wat individuele opmerkingen die we graag apart willen benoemen.

Volgens Britt was het verhaal af en toe wat vaag. Dit maakte het voor haar moeilijk om zich in de hoofdpersoon te verplaatsen. Ze wilt wel benadrukken dat ze 'Familieziek' een erg origineel boek vond.

Joanneke is van mening

Ilse vindt dat er wat meer pit in mag. Doordat het verhaal nogal kabbelend en eentonig is, was het voor haar soms lastig om haar aandacht erbij te houden.

Ondanks ik het boek gemakkelijk te lezen vond, waren er af en toe stukken waar ik niet wist of Van Dis een gesprek of een gebeurtenis beschreef. Verder vond ik het boek een beetje kinderlijk. Er gebeurt heel veel, maar alles wordt in kleine hoofdstukken van circa twee bladzijden beschreven. Deze hoofdstukken maken meestal geen deel uit van het verhaal.

Niet zichzelf
‘Familieziek’ is een verhaal over een gezin uit een klein dorpje. De moeder heeft een lange tijd in Indië gewoond, waar ook de half-zusjes zijn geboren. De vader van het gezin heeft in Nederlands-Indië gevochten. Deze familiesamenstelling lijkt heel sterk op dat van de familie van de schrijver van dit verhaal; Adriaan van Dis. Maar is de rest van het verhaal ook gebaseerd op het leven van van Dis?

De eerste overeenkomst is dat meneer Java  (de vader van de hoofdpersoon) en Victor Justin Mulder (de vader van Adriaan van Dis) erg op elkaar lijken. Zowel meneer Java als Mulder hebben in een interneringskamp gezeten en  zijn beiden getekend door de oorlog in dusdanige mate dat werken voor hen niet mogelijk was. In plaats daarvan bleven zowel Victor Justin Mulder als het personage meneer Java thuis en voedden hun zoons streng op en sloegen hen vaak. Adriaan van Dis herinnert zijn vader als een wrede man, maar kan hem ook als slachtoffer zien.
“Wat doe jij nou,’ vraagt meneer Java met een vies gezicht. En hij slaat zijn pupil tot de orde.” Ook meneer Java is een wrede man die zijn zoon slaat, zoals blijkt uit dit stukje.

Een tweede gelijkenis tussen de jeugd van Adriaan van Dis en het leven van de hoofdpersoon is dat beiden jaloers zijn op de ervaringen die de familie in Nederlands-Indië hebben opgedaan en dat zij hier beiden erg in werden buitengesloten. Wanneer in het boek, de jongen met de familie probeert mee te praten wordt hij afgesnauwd. Het leven dat zijn familie in Nederlands-Indië heeft geleefd is het leven voor de zijne, een leven waar hij geen deel van uitmaakt. Door het boek heen merkt de lezer dat de hoofdpersoon jaloers is op het eerdere leven van zijn familie. Ook Adriaan van Dis geeft  aan jaloers te zijn geweest op de Nederlands-Indië ervaring van zijn familie.

“Als kind wilde ik graag bij het Indië van mijn ouders en zusters horen. Zij hadden, net als de andere bewoners in ons huis, in een Japans interneringskamp gezeten –het was een ervaring waar ik jaloers op was, hoe vreemd het ook klinkt.” Aldus Adriaan van Dis.

Echter,  sommige aspecten in het boek laten zien dat Van Dis het boek niet als autobiografie heeft geschreven. Zo beschrijft hij een atoombom ontmanteling door een Engelse captain (ook wel kepten genoemd). Die bom was daar geplant tijdens de Tweede Wereldoorlog door Groot Brittannië. Er is geen informatie te vinden over een begraven bom in Bergen aan Zee, Adriaans geboorteplaats. Ook omdat Nederland geen grote bedreiging was voor de Britten, is het hoofdstuk ‘De Blindganger’ hoogstwaarschijnlijk fictie. Door de komische schrijfwijze is dit hoofdstuk vermoedelijk geschreven om de lezer te amuseren.

“Ze dachten eerst dat het een Spaanse ruiter was, een restant van de Atlantikwall of een neergeschoten tommy, maar het bleek een bom te zijn, een Britse uit de Tweede Wereldoorlog, ze hebben hem helemaal blootgelegd, zes voet lang - van neus tot staart, op een paar krassen na nog helemaal intact.” (p. 50)

Van Dis studeerde aan de Hoge Burgerschool en volgde daarna een MO-opleiding in Amsterdam. Zijn vader overleed in 1956. Als Van Dis rondom vaders dood irrationeel gedrag vertoonde, een dief en een oplichter was, is het moeilijk te geloven dat hij later als probleemkind ging studeren. Hierdoor lijkt het onwaarschijnlijk dat Van Dis net als de jongen uit het boek psychisch gestoord was. Vooral als hij volgens het boek verkeerde leermethodes van zijn vader meekreeg, en daarom slechte cijfers haalde.

De moeder van Van Dis en de rest van haar familie komt uit Breda. Als Van Dis de hoofdpersoon in ‘Familieziek’ is, woont de boerenfamilie van de  moeder in het boek waarschijnlijk ook in Breda. Daar wordt de jongen uit het boek naar toegestuurd, omdat hij onhandelbaar gedrag vertoont. Van Dis blijkt vaak bij zijn moeders familie in Breda te hebben gelogeerd, maar het is niet te achterhalen of hij met straf daar naartoe is gestuurd. Echter komt het jongetje uit het boek niet vaak bij zijn familie langs. Het enige moment in het boek dat het jongetje bij zijn familie op bezoek ging, was toen hij werd gestraft.

We kunnen dus concluderen dat van Dis zijn boek ‘Familieziek’ gebaseerd heeft op zijn eigen leven, maar geen autobiografie heeft geschreven.  Zowel van Dis zijn vader, als de vader in het verhaal hebben in het voormalig Indië in een interneringskamp gezeten. Hier hebben beide mannen trauma’s aan overgehouden. Van Dis heeft nog een van zijn eigen ervaringen in het boek verwerkt, namelijk dat hij jaloers is op zijn familie. Zij hebben belevingen uit Nederlands-Indië die van Dis zelf niet mee heeft gemaakt. Dit komt terug in het boek door het zoontje, hij voelt zich buitengesloten als zijn familie over de gebeurtenissen in Indië praat. Aan de andere kant klopt heel veel van het boek niet met het leven van van Dis. Deze stukken zijn waarschijnlijk geschreven om de lezer te amuseren. Een voorbeeld hiervan is het hoofdstuk ‘De Blindganger’. Ook oogt het onwaarschijnlijk dan van Dis gek is geworden in zijn jeugd, wat de hoofdpersoon in ‘Familieziek’ wel is geworden.

Bronvermelding
- http://www.adriaanvandis.nl/result_interview.asp?Id=16
- http://www.cultureelburgerschap.nl/verkiezing/Kandidaten/2/Adriaan_van_Dis
- http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/1347148/het-geheime-boek-van/2157356/nederlands/item/1372102/adriaan-van-dis/
- http://vorige.nrc.nl/krant/article1643660.ece/Eindelijk_eens_begrip_voor_die_vader%3E