zondag 15 december 2013

Erik of het klein insectenboek, Godfried Bomans

Samenvatting

Recensies

Over Godfried Bomans

Leergierig en eigenwijs
Erik Pinksterblom is negen jaar oud. Hij zit in groep drie en kan goed leren, maar is tot zijn spijt is niet hij, maar Henkje Sjollema het knapste jongetje uit de klas. Erik logeert bij zijn grootmoeder en heeft het boek 'Solms' Beknopte Natuurlijke Historie' bij zich. Hij heeft de hele woensdagmiddag zitten leren en 's avonds in bed herhaalt hij alles. Hij zou het heerlijk vinden zich tussen de insecten te begeven.

Erik komt via een schilderij in een nieuwe wereld. Hij is erg gekrompen en begeeft zich tussen insecten. Hij heeft het schilderij Wollewei genoemd, vanwege de schapen in de wei. Omdat hij zou moeten slapen loopt hij rond in zijn pyjama en op blote voeten.

Omdat Erik volkomen onbekend is met de insectenwereld, zegt hij soms domme dingen. Tijdens het avondmaal (honing) met de wespen begint hij een liedje over bijen te zingen. Wespen houden niet van bijen, want ze zijn niet van adel maar arbeidersvolk. Ze maken de hele dag honing en krijgen er alleen maar een suikerklontje voor terug.

Erik is zeer nieuwsgierig. Alleen al tussen de insecten willen wonen geeft dat weer. Als hij de slak ontmoet ziet hij alleen een oog. Hij probeert de slak doorgrondig te bestuderen en te kijken naar degene tegen wie hij praat. Dit is alleen niet erg handig, want anders kan de slak Erik niet zien. Ook als liefhebber probeert hij de honing van verschillende bloemen. Volgens hem is er een groot verschil tussen de honing van een klaproos, een jasmijn of een kamperfoelie.

Daarnaast is Erik zeer betweterig. Hij heeft van alles uit Solms' geleerd, waardoor hij denkt dat hij veel slimmer is dan de rest.

"U hoeft zich aan mij niet voor te stellen,' hernam Erik, 'want ik ken u zeer goed uit Solm's Beknopte Natuurlijke Historie. U bent een kever, u een mug, u een sprinkhaan...' En hij noemde zonder aarzelen bijna al hun namen." bladzijde 54

Als Erik bedenkt dat insecten een instinct hebben en die volgen, zonder dat ooit in Solms te hebben gelezen, realiseert hij zich dat de insecten veel knapper zijn dan hem. Hij moet immers een hele avond lang een hoofdstuk leren, terwijl de insecten het gewoon doen.

Op een gegeven moment voelt Erik zich erg eenzaam. Dieren als de duizendpoot en de meikever lopen te snel. Hij moet er goed op letten om niet te struikelen en aan het eind is hij doodmoe. Andere dieren zoals de slak en de regenworm wandelen zo langzaam dat ze bijna stil staan. Erik wordt daar draaierig van.
Insecten praten alleen over hun eigen bezigheden, zoals eieren en winterslaap. Erik begint zich dan al snel te vervelen, maar dankzij zijn goede opvoeding moet hij niet gapen.

Erik heeft een innerlijk conflict. Hij begint zijn familie te missen en heeft heimwee. Dat is wel te begrijpen. Als klein jongetje is hij afhankelijk van andere mensen, vooral zijn ouders. Hij is echter te klein om zelf op pad te gaan om de lijst van het schilderij te zoeken.

Uiteindelijk komt er een vlinder uit een pop. Hij is net als Erik nieuw in Wollewei,  dus besluit Erik vrienden te worden. Ze kunnen het samen goed vinden en helpen elkaar. Samen gaan ze op zoek naar de lijst van het schilderij.